Eind 2020 heeft de provincie Fryslân Coen Weusthuis gevraagd om de positie van de provincie in de samenwerking rondom het Friese Veenweiden programma te versterken en met name een aantal complexe inhoudelijke onderwerpen verder te brengen. In de opdracht lag besloten een rol als coach van de provinciale programmamanager.
In 2015 hebben de provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân de Veenweidevisie Fryslân vastgesteld. In de daarop volgende jaren is samen met de veenweidegemeenten en de landbouw- en natuurorganisaties gewerkt aan de concretisering van deze visie in de vorm van het Friese Veenweideprogramma 2021-2030 dat inmiddels in mei 2021 is vastgesteld.
In dit Veenweideprogramma is opgenomen dat er flankerend beleid moest worden ontwikkeld. Bij de uitvoering van de plannen zoals omschreven in het programma kan immers sprake zijn van nadelige (inkomens)effecten voor individuele agrarische ondernemers. Flankerend beleid is dan een set aan regels en instrumenten waarmee deze effecten kunnen worden gemitigeerd en/of gecompenseerd. Daarbij is mitigatie gericht op het treffen van (technische) maatregelen die deze effecten verzachten of wegnemen en compensatie op het vergoeden van onevenredige schade die kan zijn ontstaan.
Sinds het voorjaar van 2021 is Coen actief als trekker van de werkgroep flankerend beleid. Inmiddels heeft deze werkgroep de zogenaamde Compensatie Systematiek Veenweide (CSV) opgeleverd. Een rekensystematiek annex integrale gebiedsaanpak waarmee mogelijke schade vóóraf kan worden berekend, waarna door de inzet van een combinatie van grondcompensatie, kavelruil en geldelijke schadevergoeding op gebiedsniveau een duurzaam landbouwkundig perspectief blijft bestaan. Tevens wordt de individuele boeren – die binnen het plangebied actief blijven – een goed toekomstperspectief geboden.
Om tot een gedragen systematiek te komen heeft Coen er voor gekozen om een werkgroep samen te stellen met verschillende expertises vanuit het Veenweideprogramma en een klankbordgroep te formeren bestaande uit oa. 13 boeren uit de gebiedsprocessen Aldeboarn-De Deelen (ADD) en Idzegea. Door op verschillende kennisvelden diverse experts van buitenaf te betrekken is in onderlinge samenwerking de concept CSV ontwikkeld. Als extra stap is vervolgens een zwaluwstaart gemaakt met het gebiedsproces ADD, om een praktijksimulatie te kunnen uitvoeren met deze concept systematiek in ADD Zuid. Daarmee kon de systematiek in de praktijk worden getoetst en zijn de eerste kinderziektes vanuit het toepassen in de praktijk ondervangen.
"Zowel inhoudelijk als procesmatig was het een uitdagende opdracht. Door samen te werken met uiteenlopende inhoudelijke experts, de boeren uit de klankbordgroep en het gebiedsproces ADD zijn we inhoudelijk de diepte in gedoken en hebben we uiteindelijk een systematiek kunnen neerleggen die in de volle breedte wordt gedragen door alle betrokken partijen. Daar ben ik trots op. Een volgende uitdaging is om te kijken of de systematiek wellicht ook toepasbaar is in andere veenweidegebieden in Nederland. En misschien ook wel in landelijke gebieden met een ander bodemtype."Coen Weusthuis
De ontwikkeling van de CSV voor de Friese Veenweiden is in een afrondende fase. In december as. wordt het Bestjoerlik Oerlis Feangreide (BOF) gevraagd in te stemmen met de ontwerp CSV. Vervolgens moeten provincie en Wetterskip de systematiek vaststellen. Daarnaast moet, in verband met mogelijke staatssteun, de CSV genotificeerd worden bij de Europese Commissie. Dit neemt naar verwachting heel 2024 in beslag.