Participatieverhalen is een boek (Arjen P. van Leeuwen) met inspirerende verhalen en prikkelende visies over samenwerken, meedoen en burgerkracht. Barend heeft voor dit boek twee artikelen geschreven waardoor onderstaand artikel genaamd "Praaticipatie".
Kenny B zong het al “praat Nederlands met me”. En zo simpel is het! In gesprek met elkaar in een taal die we allemaal begrijpen; dát is de basis van participatie ofwel praaticipatie.
Kortgeleden nog, zat ik aan de keukentafel van een ondernemer op Terschelling, mét een delegatie van de gemeente en externe deskundigen. In gesprek met elkaar over woningbouwmogelijkheden op het eigen erf. “Eindelijk heb ik het idee dat de gemeente met me meedenkt”, was de reactie na afloop. En dat praten aan de keukentafel (of in een weiland tussen de paarden, of hangend over een motorkap op de Duinweg, of in een kantine van de plaatselijke supermarkt) doen we de komende tijd nog minstens 50 keer op Terschelling.
Participatie is een containerbegrip geworden. In de wetenschap dat steeds meer ontwikkelingen van onderop worden geïnitieerd, staan initiatiefnemers en overheid steeds meer op gelijke hoogte. Praten met elkaar is essentieel om tot een goed resultaat te komen. Want elkaar verder helpen is maatwerk. En dan moet je goed weten wat er in de ander om gaat om samen de juiste keuzes te kunnen maken. Wij hanteren daarom liever het begrip praaticipatie.
Terug naar de keukentafel op Terschelling. Essentieel is dat de wensen van de initiatiefnemer op tafel komen en ook de motivatie daarvoor. Hij wil woonruimte voor zijn personeel, want geen woonruimte is geen personeel op Terschelling. Essentieel is ook dat de gemeente de kaders duidelijk schetst. Begrip voor die kaders ontstaat door te praten. Vervolgens praten we elkaar aan tafel naar een gezamenlijke oplossing. En dat is geen discussie over standpunten, maar een gesprek over argumenten. Geen elkaar kruisende monologen, maar een multiloog met iedereen die met een dampend kopje koffie aan tafel zit. En met een uitkomst waar iedereen blij van wordt!
Aan de basis van ieder praaticipatie-proces staan vijf belangrijke vertrekpunten:
Praaticipatie gaat niet vanzelf. Het vraagt wel het een en ander van de deelnemers.
Het belangrijkste is wel, dat alle deelnemers vertrouwen moeten hebben in het proces en niet angstig zijn voor de uitkomst. Want die weet je aan het begin immers niet!
Het vraagt een open houding om daadwerkelijk de multiloog aan te gaan. In principe heeft iedereen gelijk omdat hij of zij spreekt vanuit zijn eigen context. Vanuit dat besef zorgt het gesprek over motivaties ervoor dat partijen nader tot elkaar komen.
Aan de keukentafel op Terschelling komen we al pratend snel tot elkaar. Even moet ik de ondernemer erop wijzen dat het niet om gaat wat mooi of lelijk is (dat is immers subjectief) maar dat logica telt. Het verhaal over de hiërarchie van gebouwen op het erf, overtuigt de ondernemer vervolgens snel van de plek van de nieuwe woning; “ja dat is inderdaad heel logisch..”.
Praaticipatie vraagt een gedegen proces. Praaticipatie is niet één gesprek, maar een proces van praten, huiswerk, praten en blijven praten over de voortgang in het proces. Dat proces is maatwerk en wordt gedurende de praaticipatie bijgeschaafd en bijgestuurd.
De ondernemer stuurt ons al snel na het eerste gesprek een schetsontwerp van de woningen die hij wil bouwen. Daarin zijn de uitgangspunten uit het gesprek prima verwerkt. Hij werkt het schetsontwerp verder uit tot een definitief ontwerp en levert een ruimtelijke onderbouwing. De gemeente faciliteert vervolgens het traject van vergunningverlening. De ondernemer benoemt tot slot nog dat hij het “fijn vond dat we al snel dezelfde taal spraken”.
“Praat Nederlands met me..”
Hij staat te popelen om te bouwen, zodat hij extra personeel kan aannemen en zijn bedrijf verder kan laten groeien.